Laatste reis, de terugkeer
De Vierde Reis
De opdracht
De Herder staat op, verkwikt door de Genade. Maar de rust van de oase was niet het laatste punt. Nu klinkt de opdracht van de Eerwaarde Meester dwingender dan ooit: "Zoek wat verloren was en breng het thuis."
Het woord in de slijk
Hier voltrekt zich het grote mysterie. De Herder vindt het Schaap, dat symbool staat voor alles wat in ons kwetsbaar, verloren en afgedwaald is. Maar zijn inzicht reikt nu dieper dan oordeel of medelijden. Hij ziet dat het Verloren Woord – dat hij zo lang in de hoogte zocht – hier voor hem ligt, concreet geworden in het Schaap.
Het hoogste spirituele inzicht ligt verborgen in de zorg voor het meest kwetsbare. Dit is de hoogste vorm van kennen: geen intellectueel begrijpen, maar kennen door te dragen.
De herder als kruisdrager
De Herder neemt het schaap op zijn schouders. Let op zijn houding: zijn armen kruisen zich voor zijn borst, zijn handen rusten op zijn schouders. In deze fysieke handeling wordt hijzelf het Teken van de Goede Herder.
Hij wordt een levend kruis. Hij ontdekt dat de overwinning op de twijfel ligt in het dragen van verantwoordelijkheid voor wat verloren is. Dit is de les van de graad: Via Crucis, Via Lucis – de weg van het kruis (de last aanvaarden) is de weg van het Licht. De last drukt hem niet neer, maar verheft hem. Verheft de Meester tot Prins.
De oogst van de Liefde
Door deze daad voltooit de Herder de trits van deugden. Waar Geloof hem door de bergen leidde en Hoop hem in de woestijn overeind hield, is het nu de Liefde die de kroon spant. Want Liefde is de meeste van deze drie.
De Herder transformeert van een eenzame Zoeker in een dragende Prins. De eenzaamheid van de twijfel maakt plaats voor de verbondenheid van de daad. Dit wordt bezegeld in het Prinsenmaal, waar het breken van het brood (het offer) de daadwerkelijke beleving wordt van de eenheid.
De roos in bloei
Als de reizen de seizoenen van de ziel zijn, dan is dit de Zomer.
- De Wortels vonden houvast in het geweten (Aarde/Reis 1).
- De Stam doorstond de kale kou van de loutering (Vuur/Reis 2).
- De Bladeren dronken het levende water van genade (Water/Reis 3).
En nu, in de Vierde Reis (Lucht/Geest), opent de knop zich. De Roos bloeit niet aan een struik, maar aan het Kruis. Zij is niet alleen mooi voor zichzelf, maar verspreidt haar geur actief in de wereld. Het offer is blijkt verrijking in plaats van verlies. De Soeverein Prins is thuisgekomen, niet door de wereld te ontvluchten, maar door haar liefdevol op zijn schouders te nemen.