Het Rituaal
De tekst van het rituaal 'De Goede Herder, lichtelijk voorzien van duiding.
Opening
opening zoals die gewoonlijk plaatsvindt
Inleiding
E:.Mr:.
Wij vangen onze arbeid aan met een herinnering aan waar onze reis begon. Wij zien de Leerling voor ons, staand als de eeuwige jongeling in het volle licht van Wijsheid. Op de mozaïeken vloer, symbool van het leven, leert hij zijn lichte en donkere kanten te zien, het witte én het zwarte in zichzelf te erkennen. Hij is drie jaren oud, een getal dat als een rode draad door onze riten loopt.
Deze reis van wedergeboorte voert hem naar de Meestergraad. Daar, als Zoon van de Weduwe, herrijst hij uit het graf, zoals de Fenix uit zijn as. Maar in deze verheffing wordt hij ook geconfronteerd met zijn tekortkoming: de schuld van de Gezel die zijn oog niet voortdurend op de Vlammende Ster gericht hield.
Deze graad leert ons dat die schuld enkel kan worden ingelost door het zoenoffer, door de vereenzelviging van de zoon met de vader, van de maçon met Hiram Abiff. Wij verlaten die graad met de troostrijke gedachte: ‘Hij leeft in de zoon’.
Maar vandaag, Eerwaarde Broeders, staan wij hier niet langer als Zoon van de Weduwe, maar als Zoon van de Koning. En met deze nieuwe staat, dient zich een nieuwe, diepere beproeving aan. De duisternis die ons nu omvangt, is niet die van de schuld … maar die van de twijfel. De existentiële twijfel.
We worden teruggeworpen op onszelf. De band met de vader, die in de Meestergraad zo zeker leek, wordt op de proef gesteld en lijkt zelfs verbroken. Het is in deze diepste crisis, in deze donkere nacht van de ziel, dat de woorden van onze Eerwaarde Meester ons de enige uitweg wijzen:
"Gij zult dit kunnen, indien gij de twijfel overwint en gij u wendt tot de Geest die alles doordringt... en die de bede 'Uw wil geschiede' over de lippen doet komen."
De weg voor ons is verdwenen. Het is stil en duister. De twijfel is zo alomvattend, dat hij zelfs de fundamenten van ons vertrouwen raakt.
Het Gevonden Woord dat wij als Meester waren, is ons ontnomen. Wij zoeken het opnieuw, en vinden het niet in kennis of macht, maar in het symbool van de liefde die bloeit door het lijden: de ene roos aan het kruis.
Hoe geven wij gestalte aan deze opofferende liefde? Hoe beantwoorden wij de roep in de duisternis van de twijfel? Onze graad geeft ons het antwoord in de oeroude parabel van de herder en het verloren schaap .
Onze opdracht als Soeverein Prins is tweeledig. Wij zijn de Herder die, gedreven door onvoorwaardelijke liefde, op weg gaat om dat ene, afgedwaalde schaap te zoeken. En tegelijkertijd zijn wij dat ene schaap, verloren in het duister, dat mag leren ontvankelijk te zijn voor de stem van de Herder die ons zoekt en ons nooit heeft opgegeven.
Om deze dubbele reis van zoeken en gevonden worden te verbeelden, zal onze Broeder Herder de reizen van de herder voor ons ondernemen. Moge u in zijn reis het weerklinken horen van uw eigen innerlijke tocht.
Vier reizen
E:.Mr:.
Broeders Eerste en Tweede Opziener, wat reiken wij de Herder aan voor de reis die voor hem ligt?
1e Opz:.
De Staf, Eerwaarde Meester. Want met de Staf leidde Mozes zijn volk door de wildernis, splijtte hij de zee en sloeg hij water uit de rots. De Staf is de drager van de Wil en het symbool van het Woord dat richting geeft.
2e Opz:.
En diezelfde Staf is de drager van Troost. Hij herinnert ons aan de Psalm: "Uw stok en Uw staf, zij vertroosten mij." Waar het gebergte een obstakel vol gevaar is voor al wat verloren is, daar is de Staf een steun voor de Zoon op zijn eenzame pad.
E:.Mr:.
Broeder Herder, neem deze Staf dan op. Begin uw eerste reis door het gebergte en breng mij verslag uit van wat gij daar hebt geleerd.
(De Herder legt zijn eerste reis af vanuit het westen, met de klok mee rond het tableau, om weer in het westen te geraken. Daar blijft hij stil staan en richt zich op het Oosten.)
Br. Herder
Eerwaarde Meester, de reis door het onherbergzame gebergte was zwaar. Waar ik mij ooit liet voortjagen door mijn hartstochten, en mijn drang om te zijn wie ik meende te moeten zijn mij voortdreef, dwong de reis mij tot stilstand. Daar, in de stilte, leerde ik dat het niet ik ben die de Staf vasthoudt, maar de Staf die mij steun en richting geeft. Hij is de stille stem van mijn geweten geworden, mijn innerlijke maatstaf. En in de stilte van de bergtoppen vond ik vrede in dat oordeel.
E:.Mr:.
Broeders Opzieners, nu de Herder zijn innerlijke maatstaf heeft gevonden, is zijn reis dan niet volbracht?
1e Opz:.
Nee, Eerwaarde Meester. Want na de beproeving van de hoogte, volgt de beproeving van de leegte. De stilte van de bergtop kan verworden tot de stilte van de verlatenheid. Het Oosten is ledig, de Opperbouwmeester lijkt afwezig.
2e Opz:.
Deze leegte is Gethsemane. Zij is de donkere nacht van de ziel die ons door de diepste verlatenheid voert. Zij is geen straf, maar een noodzakelijke doorgang, opdat de Zoon de ware aard van zijn missie leert kennen.
E:.Mr:.
Broeder Herder, uw woorden getuigen van rust, maar de zwaarste reis ligt nog voor u. Neem uw staf opnieuw op en daal af in de woestijn van de twijfel.
(De herder legt zijn tweede reis af vanuit het westen, tegen de klok in rond het tableau en via het noorden weer in het westen te geraken. Daar richt hij zich op de Meester.)
Br. Herder
Eerwaarde Meester, in de zinderende leegte van de woestijn leerde ik niet slechts de dorst van de tong kennen, maar de diepere dorst van de ziel. Alle zekerheden vielen weg, en de Staf voelde zwaar in mijn hand. In die broosheid en totale verlatenheid ontstond een verlangen voorbijgaand aan macht of kennis, enkel naar levend water.
E:.Mr:.
En werd deze dorst niet gelest, Broeders Opzieners?
1e Opz:.
Wie oprecht zoekt in de dorheid, zal de belofte vervuld zien. Zoals Mozes water sloeg voor zijn volk, zo zal de inspanning van de Herder hem voeren naar het goede en het vette land.
2e Opz:.
Want er staat geschreven: "Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren." De genade ligt voorbij de beproeving.
E:.Mr:.
Broeder Herder, uw verlangen is puur. Vang daarom uw derde reis aan en laaf u aan de bron.
(De Herder reist met de klok mee, laaft zich aan het water in het Oosten en keert terug.)
Broeder Herder
Eerwaarde Meester, het levende water lestte niet enkel de dorst van mijn lichaam, maar laafde ook mijn geest. In de grazige weiden vond ik de vreugde terug van het bestaan en de dankbaarheid voor het leven zelf. Ik ben verkwikt en vernieuwd.
E:.Mr:.
En nu, Broeder Herder, nu gij rust en vreugde hebt gevonden, wat is dan nog het diepste verlangen van uw hart?
(de Opzieners antwoorden voor hem)
1e Opz:.
Het Woord te vinden.
2e Opz:.
En dat Woord, Eerwaarde Meester, is vlees geworden in het Schaap.
E:.Mr:.
Broeder Herder, uw reis was niet voor uzelf alleen. Vang uw laatste reis aan. Zoek wat verloren was en breng het thuis.
(De Herder reist naar het Oosten, geeft de staf aan de E:.Mr:., neemt het schaap op zijn schouders en richt zich naar het Westen.)
E:.Mr:.
Ziet, Broeders, het lam is wedergevonden! De Herder heeft het in twijfel verloren gewaande deel van zichzelf niet veroordeeld, maar omarmd en op zich genomen. Bewogen door een Liefde die niet neemt maar geeft, heeft hij zijn verantwoordelijkheid aanvaard. In deze omhelzing kan het schaap zich volledig gedragen voelen.
Gelijk een zoon zich kent in de Vader, gelijk ook wij het lijden op ons namen om de roos te zien ontbloeien. Zo leren wij de diepste waarheid van onze graad: Via Crucis, Via Lucis. De weg van het kruis is de weg van het Licht.
Agape
E.Mr.:
Eerwaarde Broeders, bevestigen wij dan dit besef door ons Prinsenmaal.
Eenieder schaart zich rond het tableau, stellen zich in het teken van de Goede Herder, en de ceremoniemeester deelt het brood rond.
Ziet, Broeders, voor ieder van u is er slechts één stuk brood. Breek dit brood als een daad van delen, in de gedachte aan de eenheid die ons bindt. Deel dit symbool van offerende Liefde met de Broeder aan de zijde van uw hart.
Geschiedt en eenieder eet het brood
E:.Mr:.
Ik hef deze beker en drink met U de rode wijn, symbool van het leven zelf en van de bezielende, ware Liefde die ons allen doorstroomt.
(Geschiedt.)
E∴Mr∴
Gezegend zij dit uur. Emmanuel!
Allen: Pax Vobis!
E∴Mr∴
Herneemt Uw plaatsen, Broeders.
(Kort stuk muziek waarin de Herder het Schaap in een mand legt, en deze aan de rand van het tableau zet.)
E:.Mr:
Eerwaarde Broeders, het is mijn voornemen deze plechtigheid te beeindigen.
sluiting zoals gewoonlijk plaatsvindt
E∴Mr∴ Het Kapittel is gesloten, gaat heen met de Roos in het Hart.